Sign my
GuestBook

NS 8600

Bovenbouw: omloopplaat

Bij andere projecten was ik gewoon om de beschrijving van de bouw in twee onderwerpen te verdelen

  • de algemene constructie van de grote delen en
  • het aanbrengen van de details zoals toestellen en leidingen.

Bij deze kit is het eerste deel wel heel simpel geworden want het overgrote deel van de bovenbouw bestaat uit drie gietharsdelen die pas na het spuiten worden samengebouwd. Ik heb dus een andere benadering gekozen, maar ook in twee delen:

De bouw van de omloopplaat en het werk aan de gietharsdelen gebeurde min of meer gelijktijdig.

 

Het onderstel heeft een kapot wiel (spaken gebroken) dus ik heb een vervanger besteld bij Fleischmann. Terwijl ik daar op wacht ben ik maar verder gegaan met de bovenbouw.

De ets bevat twee grote onderdelen voor de omloopplaat, één met een traanplaatmotief (rechts) en een zonder (links). De ets zonder traanplaat wordt gebogen zoals in de instructies 14-16, de andere niet.

Beide etsen blijken zeer kwestbaar, om maar niet te zeggen gammel. Om te beginnen zijn ze al niet zo erg breed op sommige plaatsen maar het messing zelf is helaas van een vrij zachte kwaliteit. Te zacht naar mijn smaak. Ik heb vergelijkbare delen gesoldeerd die veel steviger waren. Het zachte messing heeft tijdens de bouw meermaals voor ergernissen gezorgd.

Wees dus voorzichtig deze grote delen niet te vervormen (gebeurt toch, let op).

De twee etsen op elkaar passen vraagt wat nauwkeurig werk. Allereerst controleerde ik keer op keer of ze perfect vlak zijn. Ik corrigeerde indien nodig.  Denk niet dat het wel goed komt bij het samenvoegen. Regel het nu. Ik gebruikte hierbij een plaat gehard glas, een oude plank uit een koelkast. Glas is absoluut vlak en kan hier mooi gebruikt worden als kaliber (referentiemal).

Werk voorzichtig met de etsen. Stoot er niet mee en laat ze ook niet vallen want je kunt echt opnieuw beginnen met het uitrichten. Raad eens hoe ik dat weet!

 

Toen ze eenmaal vlak waren klemde ik ze met zelfsluitende klemmetjes die ik ooit eens bij MicroMark kocht (item # 60928). Plaats eerst één klem en schuif met de etsen tot ze precies uitgelijnd zijn en plaats daarna één voor één de andere drie waarbij je bij elke klem opnieuw controleert of de uitlijning nog klopt.

Intermezzo bevestigingsmethoden

De kit is ontworpen om zowel gelijmd als gesoleerd te kunnen worden, zo zegt de handleiding. Ik beveel solderen aan. Ik gebruik drie bevestigingsmethoden, in volgorde van voorkeur:

  1. Solderen is mijn eerste keuze, altijd. Een gesoldeerde verbinding is sterker dan een gelijmde en hij is duurzamer.
  2. Als solderen niet mogelijk is dan gebruik ik vijf minuten epoxy. De verbinding is dan redelijk sterk (minder dan solderen) als hij eenmaal gehard is en kan gedurende de eerste vijf minuten nog wat aangepast worden. Nadelen zijn dat de verbinding aanvankelijk niet sterk is en tijd nodig heeft om dat wel te worden. Een ander nadeel is dat de verbinding uit elkaar valt als hij verhit wordt. Dus als er eenmaal gelijmd is kun je daar in de buurt niet meer solderen anders valt de boel uit elkaar.
  3. De derde optie en laatste redmiddel is superlijm (cyanoacrylaat of CA lijm). Veel mensen lopen er mee weg maar het is allemaal korte termijn effect. Voordelen zijn dat het heel snel hecht en dat in de spleetjes kruipt door de capilaire werking. Mijn ervaring is echter dat het op termijn bros wordt en zijn kracht verliest, uiteindelijk zullen alle CA-gelijmde onderdelen los komen. Dat wordt door cellulose thinners nog eens versneld. Als je je model van een mislukte verflaag stript in thinner dan weet je zeker dat er onderdelen los gaan komen. Ik probeer superlijm tegen elke prijs te vermijden.

Leer te solderen, dat is mijn motto. Als je bang bent om te solderen, en heel veel mensen hebben daar onterechte bedenkingen bij, dan heb je nu je kans om het te leren en zo de vaardigheden te verwerven die je nodig hebt als je in de toekomst nog meer modellen wil bouwen. Dat gezegd hebbend zal het duidelijk zijn dat ik de omloopplaat zal solderen.

 

Daarmee komt meteen een vraagstuk aan de orde. Als je de omloopplaat in een keer soldeert en er rücksichtlos in een rondje met de soldeerbout omheen werkt, dan zal je werkstuk krom trekken door de onregelmatige opbouw van warmte.

Om dat te voorkomen heb ik eerst vier kleine soldeerpuntjes gemaakt (cirkeltjes) en liet ik het werkstuk afkoelen na elke soldeerpunt. Daarna konden de vier klemmen weggenomen worden. Ik controleerde voor de allerlaatste keer of de twee delen goed uitgelijnd waren. Vervolgens begon ik met korte slagen de ruimte tussen de soldeerpunten op te vullen, steeds maar twee centimeter, en wel zo dat de vier soldeerpunten tot het laatst ontzien werden. Ik wisselde ook steeds van links naar rechts zodat het werkstuk zo regelmatig mogelijke verwarmd werd. Ik liet het werkstuk ook steeds voldoende afkoelen, tot ik het vast kon houden.

Na het solderen werd het werkstuk gereinigd met water en een stevige kwast om restanten vloeimiddel te verwijderen.

De tabs worden omhoog gevouwen en de vouwnaad met wat soldeer versterkt.

De handleiding geeft aan eerst de tabs te vouwen en daarna de twee grote delen ana elkaar te solderen. Ik draaide dat om zodat ik de omloopplaat plat op mijn soldeertegel kon leggen.

Even testen of de omloopplaat op het onderstel past.

Grappig dat de bouwbeschrijving opmerkt dat je delen niet uit de ets moet halen totdat je ze echt nodig hebt. Want als je de twee samenstellende delen van de omloopplaat er eenmaal uitgehaald hebt, ziet de rest van de ets er zo uit. :-)

Als regel wordt een vouw over de vouwlijn naar binnen gebogen. Uitzondering daarop zijn vouwen die over de volledige 180 gevouwen worden, die vouwen juist over de andere kant om zo min mogelijk spanning in het matereiaal te veroorzaken.

Het verenpakket is zo'n geval. Die wordt helemaal dubbelgevouwen en dus naar de "foute" kant van de etslijnen. Ook hier maakt het te zachte messing van de ets het moeilijk om de boel recht te houden, dus als je eenmaal gevouwen hebt moet je goed nazien of alles weer recht gekomen is, en corrigeren waar nodig. Daarna soldeerde ik het pakket dicht.

De verenpakketten op hun plaats gesoldeerd.

Zorg er voor dat de verenpakketten haaks op de omloopplaat staan en soldeer ze dan vast vanaf de achterzijde vast, maar let er wel op dat de soldeer goed door vloeit.

Ik kon het verenpakket gewoon met 180C soldeer op de omloopplaat zetten zonder de verbinding tussen beide platen los kwam. Je moet er wel op letten, maar dat geldt in zijn algemeenheid, de soldeerbout niet te langer dan nodig tegen het werkstuk aan houden.

Na het solderen worden de etsranden voorzichtig weggevijld waar ze erg zichtbaar zijn, nl. op de bovenzijde van de veren en de balansen.

Intermezzo solderen

Solderen heeft altijd het risico dat je de ene verbinding soldeert en daarbij een eerdere verbinding los komt.

Koelen is een oplossing. Als je een verbinding soldeert kun je een al bestaande naastgelegen verbinding koelen door er een stukje nat keukenpapier omheen te wikkelen. Zolang daar water in zit zal die verbinding niet boven de 100C komen.

Je kunt ook getrapt solderen: je gebruikt dan soldeer met verschillende smeltpunten. Ik heb soldeer in huis dat smelt bij 240C, 180C, 140C en 80C. Ik geef er overigens de voorkeur aan dat zoveel mogelijk te beperken tot waar het echt nodig is. Standaard gebruik ik 180C soldeer.

Als je de slag eenmaal een beetje te pakken hebt, sta je verbaasd wat je allemaal kunt solderen zonder eerdere verbindingen te verstoren.

 

Laten we verder gaan

De treden onder het machinistenhuis worden op hun plaats gesoldeerd.

Ook nu speelde het te zachte messing een vervelende rol. Daarom versterkte ik de treden door er een stukje gehard messing profiel achter te solderen. Het is niet netjes afgewerkt, maar het doet wat het moet doen en het is straks toch bijna onzichtbaar.

De messing grepen die ter hoogte van de buffers waren meegeëtst knipte ik af. Het is heel attent van de leverancier om deze grepen in de ets op te nemen maar in de praktijk is het nutteloos:

  • Het messing is te zacht en terwijl je aan de omloopplaat werkt raakt het beschadigd en krijg je het nooit meer voldoende recht
  • De geëtste grepen hebben een vierkant profiel terwijl ze in werkelijkheid rond zijn. Dat blijf je zien.
Dus maakte ik ze zelf uit nieuwzilver. I mat de oorspronkleijke geëtste greep (boven) op mijn buigmal (van Bill Bedford Models) en dupliceerde die met nieuwzilverdraad (0,5 mm) en even later had ik vier identieke grepen liggen.

Ze werden op hun plaats gesoldeerd.

Ik gebruikte een reststuk nieuwzilver plaat om een gelijkmatige ruimte te verkrijgen en om een beetje te helpen bij het plaatsen van deze kleine delen. Toen ik de oorspronkelijke grepen afknipte heb ik steeds één stompje laten staan, zodat ik nog kon zien waar de nieuwe greep moest komen.

Na het solderen werden ze 45 graden naar voren gebogen.
De gereedschapskasten werden gesoldeerd.

Controleer regelmatig of de omloopplaat nog recht en vlak is. Ik gebruik hiervoor twee identieke stukken hardhout. Er plat opgelegd mag de omloopplaat op geen van de vier hoeken wiebelen.

Buffers worden er op proef ingestoken.

Ik heb hier niet de meegeleverde buffers gebruikt maar de verende exemplaren van Philotrain. In het later leven van de serie 8600 droegen ze dit model buffers.

Ik was vergeten de stelstang voor de drijfwerken aan te brengen en ik corrigeerde dat nu.

Lamp toegevoegd. De bufferplaten zijn gelijmd dus ik had geen andere keuze dan de lamp ook te lijmen.Ik heb er voor gekozen maar één lamp te plaatsen. Dat betekent dat de lok rangeert en dat is tenslotte hetgeen deze lok vrijwel heel zijn leven heeft gedaan.

Kleine tank gelijmd.

Bron: Het Utechts Archief no 151422

Nu komen we bij de watervulpijpen. Het zijn lelijke dingen die met hun vultrechters boven de watertanks uitsteken.

Ze bezorgden me hoofdbrekens hoe ik die op de omloopplaat moest bevestigen.

  • Om te beginnen lopen ze door de omloopplaat heen in twee delen, het kleine deel moet onder de omloopplaat komen.
  • Ten tweede zijn de vlakken om de vulpijpen vast te zetten zeer klein, dus het moeilijk om ze stevig te bevestigen.
  • Ten derde zijn de vulpijpen onbeschermd als de ketel er niet is, dus de kans dat ik ze er weer af mep is aanzienlijk.

Ik dacht er dus diep over na en kwam tenslotte op een oude truc die ik al eens bij de reparatie van mijn NS 7851 heb toegepast: het versterken van de verbinding door het toevoegen van een stevig stuk nieuwzilver draad in de vulpijp.

Zo.

Het nieuwzilverdraad is 0,8 mm dik. Het midden van het passtuk is ingekort zodat hij glad samenvalt met de onderkant van de omloopplaat (gele pijl). Daarna heb ik het midden van de onderzijde bepaald en gemarkeerd. Een scherp oog helpt hier wel bij. Daarna is de vulpijp van onderaf geboord (ca 1,5 cm diep). Het nieuwzilverdraad is met epoxy in het gat gelijmd.

Het passtuk van het onderste deel heb ik kort geknipt maar nog niet weggevijld. Zo kon ik eerst nog het midden bepalen. De onderstukken werden door en door geboord. Pas daarna werd het passtuk helemaal glad gevijld.

Ik heb gekeken welke stelletjes het beste resultaat gaven en daarna een stelletje gemarkeerd als bij elkaar horend. Je bent tenslotte nooit 100% accuraat.

Daarna werd eerst de vulpijp op de omloopplaat gelijmd met epoxy. De vulpijp moest verticaal staan. Het nieuwzilverdraad werd in een klem gezet om de vulpijp goed uit te lijnen door klem te verplaatsen. Ik nam een winkelhaak voor de lengterichting (onder links) en de bek van mijn bankschroefje voor de dwarsrichting (onder rechts) als referentie.

Nadat de epoxy tien minuten tijd had gehad om te harden bracht ik op dezelfde wijze de ander vulpijp aan. Na nog eens tien minuten schoof ik de onderstukken over de nieuwzilverdraad en lijmde ik ze op hun plek. En weer verstreken tien minuten om de lijm te laten harden.

 

Ja, lijmen is een langzaam proces. Zorg er dus voor altijd wat anders te doen te hebben (zoals mijn website bijwerken).

Merk op dat ik de vulpijpen aan de bovenzijde gemerkt heb (beide hebben dat maar alleen bij de achterste kun je dat goed zien). Dat dient om de richting van de trechter in de gaten te houden. De zwarte vlek moet min of meer schuin naar achter wijzen zodat de trechter naar buiten wijst.

 

Foto's van de echte lok laten zien dat de trechters alle kanten op wijzen. Vermoedelijk zaten ze los op de pijp. De trechters zijn latere toevoegingen want vroege foto's laten ze niet zien.

Nu wordt de bovenbouw los geplaatst om te passen...

...en de laatste controles worden gedaan.

 

Epoxy lijm hardt "in vijf minuten",  zo claimt de fabrikant. De werkelijkheid is dat de lijm ruim een uur plakkerig en vormbaar blijft al hardt hij dan wel steeds meer uit. De stroperigheid leidt een eigen leven, dus is het verstandig om na enige tijd te controleren of de net gelijmde delen nog wel zitten zoals bedoeld.

 

Dat deed ik en bevond dat de rechter vulpijp, links op de foto, iets uit het lood stond. Rechtzetten zondermeer werkt niet want de stroperigheid van de lijm duwt hem dan weer terug. Dus ik zekerde hem met een dot Blu-Tack en liet de lok met rust tot de volgende dag.

 De ganghendel wordt aan de wentelas gesoldeerd. Het is een dun en kwetsbaar deel maar gelukkig zat hij op de nieuwzilver ets en die was een stuk sterker dan de messing ets in de kit. Ook nu kwam de zelfsluitende pincet te hulp.

In werkelijkheid loopt de ganghendel achter de vulpijp langs het machnistenhuis in maar bij de kit hield hij achter de vulpijp op.

Met een een beetje epoxy borgde ik het andere einde aan vulpijp, maar dat bleek niet stevig genoeg. Toen ik na het harden van de lijm verder werkte, was hij binnen tien miuten los. Dus boorde ik een gaatje in de achterzijde van de vulpijp en er lijmde een haaks stukje nieuwzilverdraad in. Daar werd ganghendel in gehaakt en vastgelijmd. Dit zal straks nauwelijks zichtbaar zijn als de ketel en het machinistenhuis op hun plaats zitten.